Een muur van geluid kwam me tegemoet toen ik de deur van de bus opende en naar binnen stapte. In de kleine wachtruimte stonden vier stoelen met daarop vier vrouwen. Ze waren met elkaar in gesprek. Ik keek wat onwennig om me heen en zag aan mijn rechterhand een houten balie die aan de bovenkant was voorzien van perspex tot aan het plafond van de bus. Achter de balie zat een vrouw in een wit uniform. Ik keek haar aan en zei ‘goedemiddag’. ‘Wat is er aan de hand?’ vroeg ze nors. ‘Ik zei goedemiddag’, zei ik. Ze keek me nietszeggend aan en snauwde ‘uw brief’. Er was geen open stuk in het perspex om de brief door aan te reiken. ‘Daar’ grauwde ze, en wees gebiedend met haar vinger naar de houten balie. Nu zag ik het stickertje dat laag op het perspex was geplakt. ‘Hier uw brief’ stond er met een pijl die op een smalle kier wees. Ik schoof mijn brief door de kier en de vrouw bekeek hem snel. ‘Achterkant ingevuld?’ beet ze me toe. Ik knikte, een beetje opgelucht dat ik dat niet was verget...
Het hoeft niet altijd groots te zijn om je te verwonderen